Ter gelegenheid van de uitzending van Een soort Hades op tv (1 juli) gaf regisseur Thibaud Delpeut een interview aan de VPRO gids. "Ze zijn grappig, ontroerend, tragisch en herkenbaar: de psychiatrische patiënten in de toneelvoorstelling Een soort Hades."
De setting is een psychiatrisch ziekenhuis, of is het een plek ergens op weg naar de onderwereld? Een micro-kosmos die de buitenwereld weerspiegelt?
‘Een soort Hades is nog steeds een van mijn favoriete voorstellingen,’ zegt regisseur Thibaud Delpeut (1978), artistiek leider van Theater Utrecht. In 2015 reisde het Utrechtse gezelschap door het land met Delpeuts bewerking van het toneelstuk uit 1994 van de Zweedse schrijver Lars Norén over psychiatrische patiënten. Soms is niet duidelijk wie de patiënt is, want de familie die op bezoek komt is vaak even gek, of verantwoordelijk voor de gekte van de ander. Vandaag (1 juli 2021) is op NPO 2 Extra de registratie te zien van de drie uur durende voorstelling. Delpeut: ‘In Een soort Hades heb ik bespreekbaar willen maken hoe mensen in de prestatiemaatschappij kunnen doordraaien. Door de grote maatschappelijke druk belanden mensen in de psychiatrie, die er anders niet zouden belanden. Norén laat zien hoe dun de lijn is tussen functioneren en disfunctioneren. De personages zijn heel herkenbaar. Je krijgt als publiek het gevoel: ik zou daar ook kunnen zitten. Dat was ook wat we telkens hoorden bij de nabespreking met de zaal.’
Norén schreef zijn tekst in de jaren negentig. Het waren de hoogtijdagen van het neoliberalisme. Een logica van winners en losers, een verharding van de samenleving. ‘In 2015,’ zegt Delpeut, ‘toen wij met deze voorstelling in de theaters stonden, begon zich ook de gigantische crisis in de geestelijke gezondheidszorg af te tekenen. Het was de tijd van de zorgwet van Edith Schippers. Een soort Hades heb ik mede gemaakt vanuit verontwaardiging over inhumaan beleid en de gevolgen van marktwerking in de zorg.’ Maar de voorstelling is veel meer dan dat. Beckett, Ionesco en Ibsen zijn nooit ver weg in Noréns briljante dialogen vol zwarte humor en tragiek. In de microkosmos van zijn gekkenhuis komt alles samen: sociologie en psychologie, familiedrama’s en de intrinsieke absurditeit van het leven. ‘Ik heb gekozen voor een decor dat de associaties met een ziekenhuis ontstijgt,’ zegt Delpeut. ‘En een toon die laveert tussen lichtheid en zwaarte. De voorstelling is voor mij een viering van het onvermogen. Hoe ouder ik word, hoe beter ik zie hoe chaotisch het bestaan is. Norén geeft mij de woorden en de personages om te laten zien wat ik wil: hoe we allemaal volslagen beperkte wezens zijn, die toch zo de moeite waard zijn in onze half-geluktheid.’
door Colin van Heezik