Rebekka Wörmann studeerde in 2005 af in de richting modevormgeving aan de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht. In 2008 en 2009 assisteerde ze onder meer Greta Goiris bij de producties Fidelio (Johan Simons, L’Opéra National de Paris), Blauwbaart (Johan Simons, Salzburgerfestspiele) en König Lear (Karin Beier, Schauspielhaus Köln).
Hierna was zij verantwoordelijk voor het kostuumontwerp van onder andere Midzomernachtsdroom (Karina Kroft, Toneelschuur, 2008) en Rashomon-Effect (Joachim Robbrecht, TA2, 2008/2009).
Daarna volgenden producties Rosto in turansureishon (Joachim Robbrecht, Productiehuis Rotterdam, 2010), Songs at the end of the World (Wunderbaum, 2011), Bang (Paul Koek, Veenfabriek 2011), Boiling Frog (Erik Whien, Oostpool 2012), De ziekte die jeugd heet (Casper van der Putten, 2012), Tramlijn Begeerte (Marcus Azzini, Oostpool 2012), Ik wil mijn geld terug (Eric de Vroedt, Veenfabriek 2012), Speeldrift (Casper Vandeputte, Toneelschuur 2013) en Tsjechov (Erik Whien, Oostpool, 2013), Nieuwe Wereld symphonie (Elsa May Averill, Veenfabriek, 2013), Carmen (Het Geluid, Nationale Reisopera).
The Family van Casper Vandeputte is haar eerste productie bij Theater Utrecht (2017).
Naast haar werk in het theater verzorgde Rebekka de styling van videoclips, reclame spots en diverse filmproducties. De speelfilms De ontmaagding van Eva van End (Michiel ten Horn, 2011), Aanmodderfukker (Michiel ten Horn, 2014), de telefilm Dames 4 (Maurice Trouwborst, 2014) i.s.m. Minke Lunter en Bouwdorp (Margien Rogaar, 2013).