Ibuka: voorstelling in de klas door Lonneke Kok

Lonneke Kok -

Beschouwing: Sommigen hebben vluchtelingen alleen op TV gezien

Beschouwing: Sommigen hebben vluchtelingen alleen op TV gezien

Theater Utrecht brengt Ibuka in de klas
‘Sommigen hebben vluchtelingen alleen op televisie gezien’

Theater Utrecht brengt theater naar het klaslokaal. Zoals de voorstelling Ibuka, over een zestienjarige jongen die twee handen op één buik is met zijn vader, totdat hij over diens oorlogsverleden hoort en zijn wereld in duigen ziet vallen. We praten erover na met een Nederlandse klas en met een internationale schakelklas, waarin veel leerlingen zitten die zelf een oorlogssituatie ontvluchtten.

‘Dit is veel heftiger dan in een gewoon theater. De acteurs kijken je ook echt aan. Je gelooft ze daarom veel beter. Pas aan het eind bedacht ik weer: o ja, het zijn acteurs.’ (Leerling ’t Atrium, Amersfoort)

Met het initiatief ‘voorstellingen in de klas’ wil Theater Utrecht theater dicht bij jongeren brengen. Sinds september 2015 toert het gezelschap langs scholen met de voorstelling Ibuka. Een nieuwe tekst van Ad de Bont, niet de minste theaterauteur, voor een sterk acteurstrio dat wel raad weet met een klas vol jongeren: Urias Boerleider, Kiefer Zwart en Anne van der Burg (de rollen van de laatsten werden onlangs overgenomen door Jonata Taal en Margo Verhoeven). Samen met technicus Sil van Rijnsoever brengen ze theater naar het klaslokaal. Ze spelen hun voorstelling op de huid van de leerlingen, op een grasmat van drie bij drie meter, met de leerlingen aan twee zijden van het speelvlak.

‘Het raakt je. De acteurs en het decor zijn veel dichterbij dan in een theater, dus het komt harder binnen.’ (Leerling ’t Atrium, Amersfoort)

Het verhaal van Ibuka draait om de zestienjarige Pio, die is opgevoed door zijn Rwandese vader Leopord. Zijn Nederlandse moeder is op haar kraambed gestorven. Al die jaren heeft Leopord alleen voor zijn zoon gezorgd en dat heeft gezorgd voor een hechte band tussen de twee mannen. Maar op een dag dringt een Rwandese vrouw ongevraagd Pio’s leven binnen. Deze vrouw, Consolata, kent Pio’s vader nog uit hun geboorteland. En zij vertelt hem ongevraagd hoe het Rwandese regime zijn vader tot moorden aanzette.

Het zet Pio’s beeld van zijn vader volledig op zijn kop. In plaats van de onschuldige vluchteling blijkt Leopord helemaal niet met zulke schone handen naar Nederland te zijn gekomen. Consolata’s onthulling ontwricht Pio’s leven. Verteerd door woede, schuld en schaamte trekt hij zich terug in zichzelf. Hij wil niets meer met zijn vader en zijn vrienden te maken hebben. Wat nu?

Tegen het einde van de voorstelling worden de leerlingen uitgedaagd stelling te nemen over dit soort morele kwesties. Onder leiding van de acteurs spelen ze een ‘Gacaca court’ na, een vorm van rechtsspraak die in 2001 in Rwanda werd ingesteld om bij te dragen aan de verzoening tussen de Hutu’s en de Tutsi’s. De actrice legt uit dat mensen op grasvelden bij elkaar komen om in het openbaar verhoren te houden, om de waarheid boven tafel te krijgen. Op een middag in december doen de leerlingen van ’t Atrium in Amersfoort er actief aan mee.
De actrice werpt de eerste stelling op. ‘Pio wil zijn vader niet meer zien, of: Pio wil er met zijn vader uitkomen.’

Opmerkelijk vlug en vastberaden verdelen de leerlingen zich over twee kampen.
‘Waarom denk jij dat Pio zijn vader niet meer wil zien,’ vraagt Van der Burg en wijst een blond meisje aan.‘Ik zou niks meer met mijn vader te maken willen hebben als hij zoiets had gedaan,’ antwoordt ze fel. Ze slaat haar armen over elkaar om haar stelling kracht bij te zetten.

‘Is het belangrijk onder welke omstandigheden Leopord zijn daden heeft gepleegd,’ vraagt Van der Burg. Een paar leerlingen knikken en roepen van ja. ‘Hij werd gedwongen, hij was zelf in gevaar, hij werd helemaal gek van de dreiging, en dan doe je soms dingen die je eigenlijk niet wilt.’ Maar het blonde meisje schudt driftig haar hoofd, voor haar is het zonneklaar: ‘Zoiets doe je gewoon niet. Hij had er ook niet echt een reden voor. En hij had er ook niks aan.’
‘En jij, waarom denk jij dat Pio er met zijn vader wil uitkomen,’ vraagt Van der Burg en wendt zich tot de andere kant van het klaslokaal, waar ze een donkere jongen aanwijst. ‘Het is je familie,’ zegt de jongen. ‘En familie, daar blijf je altijd achter staan. Omdat het familie is. Familie is heilig.’

Een lange stille jongen schudt zijn hoofd.
‘Ben jij het daar niet mee eens,’ vraagt Van der Burg.
‘Ik weet het niet,’ mompelt hij.
‘Maar je zou er wel uit willen komen?’
‘Ja. Ik herken best wel veel van mij met mijn eigen vader.’ Hij zwijgt, slaat zijn ogen
neer.

Van der Burg gaat verder met de volgende vraag.
‘Je merkt dat het onderwerp aanslaat onder jongeren,’ zegt acteur Urias Boerleider na afloop van de middag, nadat er ook nog met de leerlingen is nagepraat. ‘Het gebeurt wel vaker dat jongeren in de nagesprekken relateren aan problemen die ze zelf hebben met het onderwerp. Ik laat ze vertellen, maar ik ga er nooit te diep op in. Wij zijn geen sociaal werkers. Het is al belangrijk dat zo’n jongere herkenning vindt in het stuk, er misschien voor zichzelf iets uit haalt waarmee hij verder kan.’

‘Ik herken zo’n situatie ook uit mijn familie. Het is belangrijk dat de voorstelling je de kant van de vader en de kant van de zoon laat zien’. (Leerling Internationale Schakelklassen, Utrecht)

In de Amersfoortse klas is het vooral de relatie tussen vader en zoon waarover na afloop driftig wordt nagepraat. Met name het feit dat Leopord zijn oorlogsverleden altijd heeft verzwegen tegen zijn zoon roept weerstand op.

‘Dat Pio er zo laat achter komt dat zijn vader heel iemand anders is dan hij dacht, is heel moeilijk, vooral vanwege het liegen,’ denkt een jongen.
‘Je kunt op een gegeven moment niet meer terug,’ reageert een meisje. ‘Dan zit de leugen zo diep dat de waarheid zich er, zeg maar, in heeft gevoegd. Dan wordt het een lange leugen. Je weet niet meer wat waar is en wat niet.’
‘Toch is het soms beter de waarheid niet te kennen,’ denkt een klasgenoot. ‘Het kwam nu toevallig boven water, maar het had ook nooit kunnen worden verteld.’
Nee, schudt het meisje. ‘De waarheid moet altijd worden verteld, vind ik. Die vader blijft er anders nog jaren mee zitten en dat is gewoon fout. Je moet zoiets verwerken.’

Een heel ander zwaartepunt vindt het gesprek in de Internationale Schakelklas in Utrecht, waar de leerlingen een paar weken later op de voorstelling terugblikken in hun klaslokaal. Deze klas is er voor leerlingen die nog maar kort in Nederland zijn, ze worden opgeleid om door te stromen naar het reguliere Nederlandse onderwijs. Veel van hen ontvluchtten zelf oorlogsomstandigheden of andere complexe situaties. Een paar maanden na het zien van de voorstelling weten ze zich nog bijna elk detail van het stuk voor de geest te halen. Hoewel de meeste leerlingen niet bekend waren met de genocide in Rwanda, hebben ze genoeg gehoord of meegemaakt van de brandhaarden die vandaag de wereld teisteren om te snappen waarom Theater Utrecht dit verhaal de klas in wil brengen.

‘Het is belangrijk om te laten zien wat er vroeger in Rwanda is gebeurd, want sommige mensen vergeten die landen,’ zegt een meisje.
Haar buurjongen vult aan: ‘Terwijl zo’n geschiedenis ook grote gevolgen heeft voor Nederland. De vader van Pio neemt zijn herinneringen mee als hij naar Nederland vlucht, ze blijven deel van zijn identiteit. Dat gaat nooit meer weg.’
De rest van de klas knikt – de hoofden vol van zulke geschiedenissen.

‘Het was heel emotioneel. Omdat het zo dichtbij kwam, kon je het navoelen. Ik vroeg me steeds af: wat zou ik doen als ik in de schoenen van Pio stond?’ (Leerling Internationale Schakelklassen, Utrecht)

Minder dan over de vraag of vader Leopord zijn vader had mogen voorliegen, bijten deze leerlingen zich gretig vast in de vragen rond schuld en vergeving die Ibuka oproept. Verdient Leopord alsnog straf? Moet en kan Pio zijn vader vergeven? Vallen daden die in een oorlogssituatie werden begaan wel onder de normale ethische norm?

‘Sommige leerlingen vonden dat vader Leopord wel genoeg gestraft is en dat Pio zijn vader moest vergeven, omdat hij veranderd is,’ vertellen de leerlingen. ‘Anderen vonden dat Pio’s vader alsnog de gevangenis in moet en dat Pio bij zijn vader weg moet gaan. Sommigen hebben in hun leven vreselijke dingen gezien. Die vinden dat deze man straf verdient voor die moorden.’

Een meisje achter in de klas steekt haar vinger op. ‘Iedereen heeft een andere mening over zo’n situatie, en iedereen heeft redenen om die mening te hebben. Soms ben ik verbaasd over wat anderen denken, maar ze hebben er redenen voor. Omdat ze bijvoorbeeld iets in de oorlog hebben meegemaakt, of in hun familie.’
Jongen: ‘Het is belangrijk om altijd argumenten te geven voor de mening die je hebt.’ Meisje: ‘Soms kun je een ander daardoor begrijpen en stel je zelf je mening bij.’

Een klasgenote: ‘Soms blijf je alsnog bij je eigen mening. Je hoeft die niet te
veranderen omdat er een meerderheid is die er anders over denkt.’
Gevraagd naar hoe ze denken dat klassen met Nederlandse kinderen naar de voorstelling kijken, twijfelen ze. ‘Niet iedereen kan het denk ik begrijpen,’ zegt een van de leerlingen. ‘Sommigen hebben vluchtelingen alleen op televisie gezien. Die zijn er minder gevoelig voor.’

‘Ze hebben zo’n situatie hopelijk nooit meegemaakt,’ vult een klasgenoot aan.
‘Maar het gaat erom dat je er met elkaar over praat,’ denkt een ander. ‘Nederlandse kinderen kunnen er na de voorstelling ook met elkaar over praten. Het is voor hen ook belangrijk dat ze de verschillende meningen horen.’

Het gesprek komt op het doden. Hoe valt dat te rechtvaardigen of te vergeven? Voor sommige leerlingen speelt het geloof een rol, dat voorschrijft dat je nooit zult doden, maar óók dat je moet vergeven. Anderen weten niet zeker of het gebod om niet te doden wel zo makkelijk kan worden nageleefd in een prangende oorlogssituatie. Of ze vragen zich af of je kunt vergeven als je bloedeigen vader een moordenaar blijkt.

‘Pio is nog niet volwassen,’ zegt een van de jongens. ‘Hij kan nu misschien nog niet vergeven. Hij moet leren dat mensen in oorlogssituaties vaak niks kunnen doen. In Syrië heb ik hetzelfde meegemaakt. Je moet meedoen, of je gaat dood. Ik heb genoeg mensen dood zien gaan omdat ze niet wilden moorden.’
Een klasgenoot die net heeft gezegd dat hij uit geloofsovertuiging nooit zou doden, roept hem toe: ‘Wij zijn hier, we zijn niet vermoord. We hebben niets te maken met onze oorlog.’

Hier komt het leven heel, heel dichtbij.
Het maakt de vergevingsvraag des te invoelbaarder. ‘Mensen willen vergeven om vrede te krijgen,’ peinst een jongen. ‘Maar vrede in de wereld is een droom!’
‘Je moet naar de toekomst kijken,’ denkt een ander. ‘Je kunt nog zoveel slechte dingen hebben gedaan, maar je moet opnieuw kunnen beginnen. Vergeving is belangrijk.’
‘Maar je mag niet alles vergeten,’ reageert een meisje, ‘je moet van het verleden leren!’
Komen alle slechte daden in het verleden dan voort uit kwaadheid? Een leerling relativeert het: ‘Mensen doen zulke slechte dingen alleen vanwege een kans op een betere toekomst.’
‘Het leven is als een planeet. Elk moment kan er een komeet op neervallen. Je moet van elke seconde de beste maken,’ meent een jongen, door het leven wijs geworden.
‘We moeten vergeven voor vrede,’ besluit een meisje. ‘Maar we moeten ook slim zijn. We kunnen niet zomaar iedereen vergeven.’

Of Pio zijn vader ooit zal kunnen vergeven, of Leopord alsnog gestraft moet worden voor zijn daden, of Consolata er goed aan heeft gedaan de jonge Pio over het oorlogsverleden van zijn vader (en haar familie) te vertellen? De klas komt er niet uit. Morele kwesties vliegen over en weer, persoonlijke herinneringen kleuren de meningen. Maar wat deze klas ook inziet: ze hoeven er niet samen uit te komen. Pio, Leopord en Consolata niet, maar ook zij onderling niet. Ze hebben in hun verleden, in hun thuisland, in hun families maar ook hier op school ervaren dat de enige manier om met anderen samen te leven is: elkaars opvattingen, visies en keuzes te respecteren. Deze leerlingen weten dat er meer waarheden zijn, dat ieder praat en handelt naar eigen goeddunken, en dat het belangrijker is ogen en oren te hebben voor elkaar dan om gezamenlijk tot een sluitend antwoord te komen.
Dit gaat allang niet meer over theater. Het gesprek dat Ibuka in deze klas heeft aangewakkerd gaat over ethiek, morele kwesties, vergevingsgezindheid, geloof, eendracht, familie, begrip, verbinding in verschillen. Het meisje achter in de klas besluit met een inzicht dat je elke toeschouwer zou gunnen: ‘Ieder mens heeft zijn eigen principes. Je kunt nooit het eerlijke verhaal vertellen met één oplossing. De vragen moeten open blijven.’

Lonneke Kok