Zwarte Lente door NRC Next

NRC Next - Donderdag 10 december 2020

Beschouwing: "Toneelstukken kun je ook lezen"

Beschouwing: "Toneelstukken kun je ook lezen"

Zijn toneelteksten niet meer dan een bijproduct van theatervoorstellingen? Of kun je ze ook zelfstandig lezen? Vier critici namen de proef op de som.

Door Sander Janssens, Marijn Lems, Elisabeth Oosterling en Ron Rijghard**

Je kunt wel stellen dat niemand toneelstukken leest. In ieder geval niet uit liefhebberij. Het is iets voor professionals, zoals theatercritici bij een bespreking van een voorstelling. Toneel lezen is ook niet altijd een pretje. Uit de aard van het genre bestaat de tekst uit niet meer dan wat er wordt gezegd. Handelingen, gedachten en beschrijving van de omgeving ontbreken - alles wat een romancier voorhanden heeft om kleur en diepte te scheppen. Dat ontstaat pas tijdens de voorstelling, dankzij de interpretatie van regisseur, acteurs en vormgevers. Dat moet de lezer er allemaal zelfbij verzinnen. Harry Mulisch vergeleek de toneeltekst met siroop die door de regisseur drinkbaar moest worden gemaakt (in Hoogste tijd). Niemand drinkt siroop uit de fles. Op dezelfde manier is de term ‘halffabricaat’ in zwang. Het is een kleinerende benaming, die veel toneeltekst onrecht aandoet. Terwijl je uit de siroop-metafoor ook kan concluderen dat alle smaakstoffen er al inzitten. Als lezer kun je zelf regisseur van de tekst worden. Neem je daarvoor de tijd en moeite en lees je de toneeltekst als een genre halverwege proza en poëzie, dan is het profijt navenant. Er zijn toneelteksten die lezen als een trein, als een thriller, als een feest van de taal en de zintuigen. Die gaan van filosofisch tot aangrijpend drama. En dat is meer dan een pretje. Dat willen we eens laten zien. Of in ieder geval uitproberen. Voor deze gelegenheid lazen vier theatercritici (van wie één, Sander Janssens, een ex-toneelschrijver) een toneeltekst terug van een voorstelling die ze bewonderden. Dus met een idee van de uitvoering in hun herinnering. En ze lazen een toneeltekst die nieuw voor ze was, omdat ze de voorstelling niet zagen.

Espen Hjort: Zwarte lente
Wie Zwarte lente (2020) leest, begint de woorden als vanzelf voor zich uit te mompelen. Dat komt door de korte zinnetjes zonder hoofdletters of interpunctie, die de Noorse theatermaker - die ook in Nederland werkzaam is - opschreef. Mompelend raak je bevangen door de cadans van de klanken, van herhalingen en beelden. Je ontwart het verhaal van een ‘hij’, die verward dwaalt door een wereld, ontdaan van menselijke interventie. Natuur en destructie zijn centrale thema’s. ‘Hij’ is overstuur, net verlaten door ‘zij’. Wat er precies is gebeurd, vertellen beiden in snippers verklaringen. Steeds worden de personages naar een bepaald moment teruggezogen. Ondanks een nachtmerrieachtige sfeer doen passages je grijnzen. Als ‘hij’ honger heeft en geen winkel kan vinden, overweegt hij iets te gaan verbouwen: „klein akkertje / beetje graan / beetje suiker / chocola koffie / kan ik een snickers maken misschien.” Zo slingert Zwarte lente langs poëtische beelden in een wereld waar emoties natuurkrachten (b)lijken.

Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/12/09/toneelstukken-kun-je-ook-lezen-a4023181#/next/2020/12/10/#212