NRC ★★★★ - Maandag 23 november 2020
Door Marijn Lems - gezien op 20 november 2020, Theater De Paardenkathedraal, Utrecht
Het laatste deel van het popoperadrieluik ‘Permanent Destruction’ van Naomi Velissariou heeft een autobiografische insteek. Tegelijk gaat de voorstelling over iets groters: de zoektocht naar connectie in een tijd van hyperindividualisme.
Pain against fear, het slotdeel van de muziektheatertrilogie Permanent Destruction van regisseur/performer Naomi Velissariou en componist/dj Joost Maaskant, begint opvallend. Maaskant staat in zijn eentje in de schijnwerpers, terwijl hij langzaam de beat opbouwt. Waar hij in de vorige delen ook tekst had, en frontvrouw Velissariou bijstond als aangever of tegenkracht, blijft hij nu in zijn rol als dj – een rol waaraan hij zich volledig overgeeft, ook nadat Velissariou in het licht stapt.
Sowieso wordt Pain against fear gekenmerkt door een uitgeklede vorm. Waar de vorige delen werden gebouwd op samenwerkingen met animatoren, videografen en choreografen en daarmee visuele overweldiging centraal stelden, gaat dit slotdeel terug naar de kern van de theatrale concertvorm: muziek, licht, tekst, performance. De relatieve soberheid is een uitstekende keuze voor een voorstelling die veel persoonlijker voelt dan de voorgangers, The SK Concert en The HM Concert. Die waren gebaseerd op het werk van respectievelijk Sarah Kane en Heiner Müller. Dit keer put Velissariou voornamelijk uit haar eigen leven en werk. De autobiografische insteek wordt echter al in de beginscène in het frame van iets groters gezet: de zoektocht naar verbinding in een tijd van hyperindividualisme.
In de openingstrack probeert Velissariou op één lijn te komen met haar publiek door het onderscheid tussen performer en publiek te ontmantelen („This is not a show/ I am not trying to show you something”) en in te zoomen op de collectieve beleving in het theater. Ze bevraagt hierbij ook haar eigen motivatie: is het haar eigen angst en eenzaamheid die haar beweegt?
Kwetsbaarheid
Pain against fear ontpopt zich als een strijd tussen een behoefte aan collectiviteit en een angstig vasthouden aan autonomie. In een krachtig nummer ontleedt Velissariou individualistisch denken als een systeem dat omvergeworpen moet worden. Even later brengt ze een paranoïde song over haar angst dat een jonge theatermaker die haar als coach vraagt haar ideeën en zelfs haar partner en kind zal stelen. Ongegeneerd laat de maker zich in verschillende scènes van haar slechtste kant zien.
En ze toont hoe onze angsten ons een prooi maken voor de verlokkingen van het individualisme. Bindingsangst leidt tot radicale onafhankelijkheid, wantrouwen jegens de ander leidt tot onderlinge competitie, het gevoel niet gezien te worden leidt tot obsessieve self-branding.
Het is een interessante insteek voor een maker die in haar werk vaak een vervreemdende en ongrijpbare theatraliteit heeft ingezet om de maakbaarheid van de identiteit centraal te stellen. De afgepelde vorm van Pain against fear lijkt ook een poging om te bevragen of die maakbare identiteit zelf geen vlucht in het individualisme is.
In de slotscène onderwerpt Velissariou zichzelf aan een ultieme zelfbevraging door stapsgewijs door haar hele leven te lopen – dwars door alle schaamte, angst en pijn heen. De kwetsbare overgave aan het publiek voelt als een daad van liefde.
Het is bijzonder lang stil na de donkerslag. Als iemand toch begint te applaudisseren voelt het alsof er iets waardevols breekt.
Bron: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/11/23/zelfbevraging-als-daad-van-liefde-a4021069