Het Parool - Vrijdag 26 april 2024
door Elise van Dam
Twee ex-geliefden, gespeeld door Jacob Derwig en Abke Haring, worden in Panic Room met elkaar herenigd in een post-apocalyptische wereld.
Twee stoelen en een brandend peertje. In dat spaarzame toneelbeeld spelen Jacob Derwig en Abke Haring twee mensen die ooit van elkaar hielden, elkaar kwijtraakten en elkaar nu opnieuw ontmoeten. In regie van Floor Houwink ten Cate bij Theater Utrecht wordt in Panic Room een schemerwereld opgetrokken die zich op de rand van de dood bevindt.
Er was een oorlog. Waar die over ging is niet duidelijk, maar dat doet er ook niet toe. Wat ertoe doet is hoe het landschap en de mensen daarbinnen werden verwoest. Zij stortte zich in het strijdgewoel, hij trok zich juist terug. En beiden betaalden een prijs. Een prijs die vragen oproept over de waarde van een mensenleven en wanneer een leven het waard is te leven.
Het is in de kern een vrij schematische tegenstelling die deze personages belichamen. Zelfs hun kleding is zwart (zij) en wit (hij). Zo speelt de voorstelling constant met antithese en spiegelingen. De drang om ergens onderdeel van te zijn, of je er juist voor af te sluiten. Een slagveld in de wereld en een slagveld in je lichaam. En uiteraard leven en dood. Of misschien wel liefde en dood. Of liefde en leven. Waar zit precies de tegenstelling? Is het een niet altijd in het ander aanwezig?
Dubbelklappend van de pijn
En zo ontstijgt Panic Room het schematische ook weer. De tekst, geschreven door Houwink ten Cate en Esther Duysker, wisselt het poëtische af met het prozaïsche. Er zijn prachtige, beeldende monologen over het slijtende mensenlichaam en de horror van het slagveld, maar ook meer alledaagse gesprekken over de perikelen van samenleven en een niet-gedeelde kinderwens.
Die afwisseling werkt goed. Het maakt dat de voorstelling nooit gaat zweven in abstracties. Vooral Abke Haring legt een nuchterheid in haar vertolking die deze hevig gestileerde wereld met beide benen op de grond houdt. Derwig speelt daartegenover een man die nog veel meer in zijn lijden vastzit, soms letterlijk dubbelklappend van de pijn.
Net als in eerder werk doorsnijdt Houwink ten Cate de tekst met fysiek spel. En het is vooral in dat fysieke spel dat de grillige dynamiek tussen de twee voormalig geliefden zichtbaar wordt. Een in elkaar overlopende mengeling van vastklampen, omhelzen, neerdrukken. Van meesleuren en op de rug dragen.
Stukje bij beetje geeft Panic Room meer prijs over het verhaal van deze twee mensen en de gebeurtenissen die hen uiteen dreven. Het is een prachtig duet tussen twee prachtige acteurs, die met veel gevoel en intellect cirkelt rond grootse vragen. Kun je zover dissociëren dat je dissocieert van je eigen lichaam? Wat doe je wanneer je oog in oog staat met de dood? En wanneer voelde je je het meest levend?