Platonov door De Groene Amsterdammer

De Groene Amsterdammer - Donderdag 12 april 2018

Narcistenfuif

Narcistenfuif

Tsjechovs Platonov is door Thibaud Delpeut en zijn spelers van Theater Utrecht naar onze tijd geschopt. Compleet met toyboy en Playstation. Verwarrend, maar het levert ook een hoop op.

Aan het begin van de voorstelling Platonov (vrij naar een vroeg toneelstuk van Anton Tsjechov) is er een soort informeel feestje aan het ontstaan rond Misja Platonov, die met zijn jonge vrouw en een baby van acht maanden terugkeert van een lange reis door India. We zijn in de huiskamerruimte van een appartementencomplex voor twintigers. Hier woont ene Anna. In het origineel Anna Petrovna, een jonge generaaisweduwe. In deze bewerking is ze een in zichzelf gekeerde meid met een soort doe-of-je-thuisbent-vrolijkheid en verder veel stille wateren & diepe gronden – een alle losse eindjes aan elkaar knopende prachtrol die de broodnuchtere Ilke Paddenburg op het lijf geschreven lijkt. Bij haar logeert een vage jongen die de huisdealer blijkt te zijn, Matti, de zich aan- en uitkledende Tim Linde, by the way een geestig personage.

Er staat een groot beeldscherm continu de verbinding met de wereld te onderhouden, of die wereld nu het Kremlin is of het keukenblok van een beroemde televisiekok. In de hoek wordt met videogames gerommeld. Centraal staat een buitenmodel koelkast. Er is een keukenblok waar aan de lopende band voedsel vandaan komt. Want alcohol in deze hoeveelheden maakt beslist hongerig. Net als bij Tsjechov is het hier zoete inval voor in- en uitlopende types, die met een paar pennenstreken worden geschetst. De jongelui spreken veel over zichzelf. En nog meer
over titelheld Misja Platonov. Hij is, ook na een jaar te zijn weggeweest, nog altijd een wandelende spiegel voor hen allemaal – iedereen ziet zijn of haar identiteit in hem weerkaatst, ontkend of versplinterd. Hij is een spiegel die terugpraat. Gretig en vrij veel.

Misja (Vincent van der Valk) heeft met iedereen appeltjes te schillen. En lijkt het enorm met zichzelf te hebben getroffen. Of hebben anderen die eigenliefde op hÈm geplakt? In het origineel van Tsjechov zien zijn leeftijdgenoten een gekroonde dichter in hem, minstens iemand als Byron. Of anders een toekomstig minister. Bij Thibaud Delpeut. loopt dat iets anders en uiteindelijk toch precies hetzelfde. Dialoog van Misja Platonov met een leeftijdgenote van vroeger, Sophia, en een nieuweling in het gezelschap, Iza.

Sophia Jij deed toch internationale betrekkingen? Misja Ja, toen zag jij in mij nog een tweede Kofi Anan en ikzelf stom genoeg ook, maar het lot heeft sindsdien het een en ander voor mij in petto gehad.
Sophia Joh?
Misja Ja. Sophia En nu dan?
Misja Nu ben ik, watje noemt, in-between-jobs. Zeg, mag die Playstation uit!? Ik word gek van die saunamuzick.
Sophia Is datje eigen keuze geweest, in-between-jobs?
Misja Met één enkel zinnetje is die vraag niet te beantwoorden.
Sophia O. Trouwens – mag ik je voorstellen – een nieuwe kennis van ons, Iza, student liberal a rts and sciences.
Misja Hallo. Ik zou er heel wat voor over hebben mij weer student te mogen noemen. Wat doen we? Een hand? Of een boks? Of moet ik hem kussen?
Iza Kan allebei. Soms het een, soms het ander. Maar vandaag geen van beide.
Misja Oké. Erg ingewikkeld.
Iza Ik geef jou geen hand.
Misja Aha, een raadsel. En… waarom niet?
Iza Omdat ik mensen zoals jij beter uit de weg kan gaan.

Bij Tsjechov vraagt Platonov waaraan hij die overdosis verachting heeft verdiend. De gesprekspartner in het origineel antwoordt: ‘Ik veracht platvloersheid, ledigheid en aanstellerij.’ Bij Thibaud Delpeut antwoordt nieuwkomer Iza: ‘Mijn verachting staat in evenredige verhouding tot jouw narcisme.’ Misja Platonov wordt dus als een ziekelijke narcist weggezet. Welkom over de vloer bij de millennials van de generatie X of Nix of alles.

Platonov van Anton Tsjechov is in 1881 in Moskou geschreven door de jonge (hij is dan 21) aspirant-huisarts en schrijver. Tsjechov schreef het uit bewondering. Voor de lokale beroemdheid, de actrice Marija Yermolova, 28 op dat moment. Tsjechov zal haar in het Maly Theater hebben zien schitteren in Emilia Galotti van Lessing, Maria Stuart van Schiller en als Lady Anne in Richard III wan Shakespeare. Hij heeft in dit debuutstuk vast en zeker de rol van de jeugdige gencraalsweduwe Anna Petrovna voor haar bedacht. Maar… Yermolova vond Platonov he-le-maal niks. Wat zal ze gezegd hebben? Te lang? Onspeelbaar? Te veel onnavolgbare karakters? Te pessimistisch? Allemaal een beetje waar.

Hoe dan ook: Tsjechov heeft het dikke pak papier verscheurd. Tot woede van zijn broer Michail, die de kladversie had overgeschreven en die in zijn memoires Vokrug Tsjechova (‘Rondom Tsjechov’) opmerkt: ‘Het was een stuk met paardendieven, revolverschoten en een vrouw die zich voor de trein gooide. Ik was nog maar een gymnasiast en kreeg koude rillingen van opwinding.’ Ergens in 1920, Tsjechov is dan al zestien jaar dood, duikt die kladversie weer op, in een kluisje. In 1923 wordt de tekst in Rusland gepubliceerd als Niet geredigeerd toneelstuk van A.P. Tsjechov – Zonder titel. Er rouleert in de decennia erna een Duitse vertaling (Die Vaterlosen) en een Engelse (The Worthless Fellow Platonov). Maar opgemerkt wordt het stuk pas echt wanneer de Franse toneelvernieuwer Jean Vilar er in 1956 een ongekend succes mee boekt: Ce fou de Platonov. Twee jaar later brengt de Haagse Comedie het als Platonof voor het eerst in Nederland. Regie voert de Rus Pjotr Sjarov. Toneelcriticus Gomperts schrijft in Het Parool: ‘Paul Steenbergen was Platonof, een aandoenlijke, gedesorganiseerde zwetser en charmeur, misschien iets te zachtzinnig en te sympathiek gespeeld, maar als Don Juan van dorpsafmetingen toch voortdurend levend, eu menselijk.’

In de zestig jaar die sindsdien zijn verstreken haalt het jeugdwerk van Tsjechov bij lange na niet de uitstraling als sterrenvehikel of publiekstrekker die zijn andere toneeltitels permanent ten deel valt. Ik heb in mijn jaren als beroepskijker Platonov welgeteld vier keer bij Nederlandstalige beroepsgezelschappen op het repertoire gezien. Hans Croiset (1978, Publiekstheater) toonde het stuk als oefening in toneelschrijven en als kroniek van het pre-revolutionaire Rusland. Het leverde een parmantige, zij het qua acteren wat ouderwetse voorstelling op.

In 2000 maakte Jacob Derwig samen met zijn collega’s van de troep ‘t Barre Land een nieuwe bewerking én een goeie voorstelling, een sterke demonstratie van een concrete, vertellende wijze van spelen. Ivo van Hove en Tom Lanoye schoven in 2011 Platonov en Ivanov om onheldere redenen in elkaar tot De Russen, maar die voorstelling viel dramaturgisch en qua acteren nogal tegen. In 2013 bouwde regisseur Luk Perceval bij NTGent uit Platonov een verbluffend radicale performance, die vooral handelde over het afbrokkelen van de taal. Platonov: ‘Ik ben ziek. Ik moet mezelf van kant maken. Hamlet was bang voor zijn dromen. Ik ben bang voor het leven. Wat zal er gebeuren als ik verder leef? De schaamte zal me verteren. Finita la commedia! Een intelligent zwijn minder!’

Platonov door Theater Utrecht wil dus graag bij de tijd zijn. Bij de onze? Bij de hunne? Over wie gaat het dan? Bestaan deze millennials eigenlijk wel in het echt? De wildebeestenkooien die hier worden getoond kennen we wel zo’n beetje. Ook uit een recent of niet meer zo recent verleden. Vervang hier het appartementencomplex door een losgeslagen internaat in de jaren zestig of een kraakpand in de jaren zeventig, vervang deflatscreens door Hilversum 3 (bestond sinds 1965), gamen door klaverjassen, coke door wiet, en Houellebecq door Jan Cremer, en ik zie mezelf met mijn leeftijdgenoten hier zo naar binnen lopen.

Anders gezegd: Delpeut heeft volgens mij in zijn couleur locale behoorlijk raak geschoten. Deze verzameling van mensen die zo hinderlijk op hun onsterfelijkheid jagen, ze bestonden al en ze bestaan nog steeds. De onverdraaglijk kwikzilveren lichtheid van hun bestaan en de onuitstaanbare oppervlakkigheid van hun newspeak – het is, vrees ik, van alle tijden. Wie zich beklaagt dat Anton Tsjechov zo ver weg is, die kan het origineel nog eens herlezen. Het valt mee. Een voorbeeld. De jonge arts heeft in de originele Platonov een vriendin. In deze bewerking valt hij op jongens. Niko heet hij, Bram Gerrits speelt hem sterk. Een serieuze relatie wil Niko nog niet. Hij heeft een toyboy, de homojongen Mark (mooie rol van Jesse Mensah), die door Platonov onnodig hard als pijpsletje wordt weggezet. Net als bij Tsjeehov wordt dc kwetsbare geliefde van Niko door vriendin Ana in bescherming genomen:

Niko Wat me precies naar hem toe trekt, weet ik niet. In de ochtend houd ik het nog wel alleen uit, maar na de lunch verlang ik naar hem. Heeft hij ook, blijkbaar. Het is een goeie jongen.

Ana Het is een heel jonge jongen. Maar één ding vriend… Doe hem geen pijn… op wat voor manier dan ook. Om hem heen hangen, een hoop onzin vertellen, van alles beloven, en hem dan laten zitten… Zou ik zielig vinden. Luister. Of je blijft, nietje vingers van hem af, óf je begint iets serieus… niet alleen je lui achterna lopen.

Het slot van de voorstelling is van een andere toonzetting. Platonov kan zo niet verder. Hij moet aan een baan. En die kwetsbare ‘pijpslet’ Mark wordt zijn consulent. Hij wil nog wel even weten waarom Platonov hem tijdens dat feest vol op zijn bek zoende. Raar, ontregelend slot is dat. En dan nog dit. Platonov is al decennia erg in trek als speelmateriaal bij studenten aan toneelscholen. Het toeval wil dat regisseur Koos Terpstra in de afgelopen weken met de afstudeerklas van de toneelopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht aan Platonov heeft gewerkt. Ik heb een week geleden een doorloop gezien. En ben daar aangenaam door verrast. Ze spelen Tsjechovs tekst. Niet ‘geactualiseerd’. Platonov en wij worden letterlijk omsingeld door mensen, met name wouwen, die iets van hem willen. We zien hier de kern van het stuk. Sterk ensemblewerk met een goeie kapitein aan dek. Noem het: toevallige samenloop van omstandigheden. Net Tsjechov.

Loek Zonneveld

Bron: https://www.groene.nl/artikel/narcistenfuif