Het Parool - Vrijdag 27 augustus 2021
Hans Smit 27 augustus 2021
Voor het zaallicht dooft, knikt regisseur Thibaud Delpeut ons toeschouwers toe, om daarna zijn positie achter de synthesizers in te nemen, hoog achter ons, naast de geluidstafel. De artistiek leider van Theater Utrecht verzorgt in Koliek zelf het klanklandschap, daarmee acteur Vincent van der Valk dicht op de huid sturend en volgend.
Die kan die geleidende hand vast en zeker goed gebruiken, want Koliek is een wildwaterbaan van taal waarin elk houvast een welkome gast is, een spervuur van deels losse begrippen (‘Hond Gat Zuip Tijd Zwijn Schluss Uit Af’) en deels eloquente volzinnen.
De Duitse auteur Rainald Goetz schreef Koliek in 1986, als derde deel van zijn trilogie over oorlog. Het enige personage, ‘Man’, neemt ons hierin mee op oorlogspad in zijn hoofd, in een verwoede poging (gemarineerd in veel drank) het bestaan te duiden. Jaap Spijkers speelde het in 1993 bij De Trust. Regisseur Theu Boermans liet hem met bierflesjes gooien en woorden op de muur schrijven. ‘Hersens’ bijvoorbeeld, en ‘Dood’.
Sleutelbegrippen zijn het in Koliek, net als ‘Muziek’, ’Geloof’ ‘Liefde’ en ’Twijfel’. Geen bier bij Van der Valk, die zijn glas bijna dwangmatig voltankt bij een stel wodkaflessen linksachter in het vindingrijke decor van Dymph Boss waarin verder vooral het licht regeert (lichtontwerp Yuri Schreuders).
Wie ‘Man’ is, blijft gissen. Soms doet hij in de zinnenprikkelende regie van Delpeut denken aan een wiskundige die denkbeeldige schoolborden volkrijt met formules, dan weer aan een laboratoriumaap die een goede oplossing van een raadsel beloond ziet met een banaan. Of is de regisseur daarboven de Almachtige die de eerste mens observeert?
Van der Valk is hoe dan ook fenomenaal, soms soepel meebuigend met de hypnotiserende woorden van Goetz, dan weer met gestrekt been er tegenin. Hij maakt van Koliek een verpletterende theaterervaring.