de Volkskrant ★★★ - Donderdag 26 augustus 2021
Hein Janssen 26 augustus 2021
In de fabelachtige tekstbehandeling van acteur Vincent van der Valk klinkt een fraaie afwisseling van euforie, hysterie en vertwijfeling.
De voorstelling is een eind op streek als er iets opmerkelijks gebeurt: de intussen behoorlijk ontketende acteur Vincent van der Valk verliest zijn ‘oortje’ waarmee zijn stem wordt versterkt. Na een paar minuten banjert de geluidstechnicus het podium op en herstelt de schade. Van der Valk dendert doodgemoedereerd door in Koliek, een woedende monoloog over een man die zich kapot zuipt. Plat gezegd dan, want in deze tekst uit 1986 van de Duitse auteur Rainald Goetz gaat het over meer dan de ondergang van zomaar een alcoholist. Het is Goetz ook te doen om de onmacht van de taal, het verlies van woorden. Maar zijn stuk gaat vooral over de gruwelijke eenzaamheid waarin de moderne mens terecht is gekomen. Koliek is niet voor niets het slotdeel van zijn Oorlog-trilogie, bestaande uit de toneelstukken Oorlog, Veldslagen en Koliek.
Die korte onderbreking in de voorstelling die Theater Utrecht in regie van Thibaud Delpeut nu speelt, geeft de monoloog iets menselijks. Met als resultaat dat je vanaf dat moment ook echt compassie met de man krijgt. De vraag is overigens of dat de bedoeling is, want Delpeut heeft de voorstelling voorzien van een hightechlichtdecor en zwaarmoedige, vervreemdende muziek en soundscape. Dat schept afstand, alles in Koliek ademt: dit is Kunst-theater, en het is niet de bedoeling dat er emoties loskomen.
Vincent van der Vlak raast van meet af aan door de woorden – die met elkaar in wezen één lang doemgedicht vormen. In die tekst zit wel een zekere opbouw, van volkomen onbegrijpelijk naar behapbaar helder. Koliek begint met losse woorden – Knars/Kut/Man/Woest/ Go/Snel/Snel/Weg daar/ Mens/Go go/Bek dicht/Tuig kak/Knars hond schijt – en zo in allerlei variaties verder. En het eindigt in, jawel, een toch nog aangrijpende apologie: Natuurlijk/Ben ik niet/Niet meer/Wordt het voor mij/Licht en/Ik/Stil/Stil/Sterft. Goetz eindigt dan met de regieaanwijzing duisternis.
Na ruim anderhalf uur is Koliek voorbij en resteert bewondering en verwondering voor en over deze trip. Bewondering vooral voor Vincent van der Valk die tegen alle zwaarte in de man speelt als een energiek jong veulen dat de wei, het leven, in wil, maar niet uit kan breken. Met zijn lange lijf rent hij over het toneel en in zijn fabelachtige tekstbehandeling klinkt een fraaie afwisseling van euforie, hysterie en vertwijfeling.
In de speelvloer is een soort daklicht geïnstalleerd waardoor het lijkt alsof de man op een duister dak staat, tussen aard en hemel, tussen leven en dood, en de kwellingen van een kapot leven nog één keer probeert te duiden.
Het werk van Rainald Goetz behoorde in de jaren tachtig tot de zogenaamde Deutsche Welle in het theater, in Nederland destijds vooral bij De Trust van Theu Boermans geïntroduceerd. Jaap Spijkers speelde in 1993 Koliek, liggend in zijn eigen braaksel, en met bierflesjes smijtend. Van der Valk is dertig jaar later een waardig opvolger, passend in deze tijd.