NRC ★★★ - Donderdag 26 augustus 2021
Marijn Lems. Gezien: 25/8, Frascati, Amsterdam.
Regisseur Thibaud Delpeut baseerde zijn nieuwste voorstelling op de theatertekst ‘Koliek’ van Rainald Maria Goetz. ‘Koliek’ stelt boeiende vragen over angst versus orde, maar de regie van Delpeut blijft afstandelijk.
In het duister klinkt een stem. Zelfverzekerd doet hij grote uitspraken over de kern der dingen – deze spreker duldt duidelijk geen tegenspraak. Maar dan wordt de voice-over doorkruist door dezelfde stem, nu live, die vloekend, tierend en stuntelend op het toneel eindigt. Licht aan. Alleen in het donker bestaat er zekerheid, in het volle licht slechts twijfelen, vallen, opstaan en weer doorgaan.
De tekst Koliek van Duitse toneelauteur Rainald Maria Goetz is berucht om zijn complexiteit. Vooral het begin bestaat niet uit grammaticale zinnen, maar uit wetenschappelijke steno: concepten die door het hoofdpersonage, een wiskundige, aaneen worden gesmeed om een allesverklarende theorie te construeren. In de regie van Thibaud Delpeut en de bewerking van Titus Muizelaar wordt het indrukwekkende taalbouwwerk een muziekstuk; de ritmische tekstbehandeling van Vincent van der Valk gaat in duet met de voortstuwende soundscapes die Delpeut voor de voorstelling componeerde.
Dynamische intonaties Het is bijzonder knap hoe Van der Valk met zijn dynamische intonaties leven weet te blazen in een tekst die vooral uit herhalingen en herformuleringen bestaat. In het schitterende lichtontwerp van Yuri Schreuders, die verplaatsbare spiegels verbindt tot een schilderij van lichtbundels, maakt Van der Valk de aantrekkingskracht van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek invoelbaar.
Het is bijna jammer dat Koliek na de pure filosofisch-wetenschappelijke abstractie van de openingsscènes afdaalt naar het rijk van de menselijke relaties. Daarin kan het hoofdpersonage zich maar moeilijk staande houden. Hoe mooi de interactie tussen spel, beeld en geluid ook blijft, de archetypische manier waarop de mathematicus gevangen blijft zitten in de rede, valt al snel in herhalingen. Hoewel Koliek boeiende vragen stelt over de relatie tussen angst en de wens tot ordening, blijft de wiskundige bij Delpeut op afstand: zo offert ook de voorstelling de wens tot contact op aan de zinsbegoochelende schoonheid van de ordening.